Financiële begroting

1. Financiële beschouwingen

Begroting Sociaal Domein 2023
Vanaf het begin van de decentralisaties Jeugdwet en WMO heeft u ervoor gekozen om de inkomsten en uitgaven binnen het sociaal domein bij elkaar te houden door een “hek” om het sociaal domein te plaatsen. Belangrijkste reden daarvoor was om geld dat beschikbaar is voor de zorg, ook voor de zorg beschikbaar te houden. Dat systeem heeft tot heden goed gefunctioneerd. In 2021 heeft u ervoor gekozen de Participatiewet en de volledige Wet Sociale Werkvoorziening aan het “hek” toe te voegen. Door alle uitgaven en inkomsten bij elkaar te houden en tekorten af te wikkelen via de reserve heeft dat de afgelopen jaren rust in de rest van de begroting gecreëerd. Het betekende dat de overschotten leidden tot een gezonde stabiele basis binnen het sociaal domein. Door de opgebouwde reservepositie konden tekorten adequaat worden opgevangen en werd de algemene begrotingsruimte niet belast.

Afspraken jeugdmiddelen
Naar verwachting wordt door het Rijk en VNG in het najaar van 2022 de Hervormingsagenda Jeugdzorg afgerond. Uit de Hervormingsagenda zal een combinatie van een set van maatregelen en een financieel kader volgen waarmee een structureel houdbaarder jeugdstelsel wordt gerealiseerd.

Vooruitlopend hierop zijn voor de jaren 2022 en 2023 aanvullende, incidentele middelen toegevoegd aan het gemeentefonds. Naast de besparingsopgave die volgt uit de uitspraak van de Commissie van Wijzen heeft het kabinet besloten tot het realiseren van aanvullende besparingen. De besparingen zijn een Rijksverantwoordelijkheid. Concreet betekent dit dat het aan de Rijksoverheid is om de besparing in te vullen met (wettelijke) maatregelen. Het gaat daarbij om maatregelen waardoor gemeenten minder middelen nodig hebben of waarbij alternatieve inkomsten gegenereerd worden. Bijvoorbeeld door middel van een eigen bijdrage. Het Rijk draagt het budgettaire risico ingeval (een deel van) deze maatregelen geen of niet tijdig doorgang vinden.

De noodzaak om op deze ontwikkelingen te anticiperen en aanvullende afspraken te maken ten aanzien van de te verwachten ruimte in de gemeentelijke begroting is besloten dat:

  • Gemeenten in de jaarschijven 2024 tot en met 2026 de middelen die op de aanvullende post zijn gereserveerd mogen meenemen in hun meerjarenraming;
  • Én in hun begroting rekening mogen houden met besparingen als gevolg van maatregelen die het Rijk zal uitwerken.

Er is nog veel onduidelijk over de Hervormingsagenda daarom is in de meerjarenbegroting 2024 tot en met 2026 van het sociaal domein geen rekening gehouden met bovenstaande aanvullende afspraken.

Stelpost
Voor de jaren 2023 tot en met 2026 hadden het Rijk, de VNG en het Interprovinciaal Overleg (IPO) aanvankelijk afgesproken dat de gemeenten een stelpost mochten opnemen in de begroting van nog te ontvangen middelen. De compensatie 2023 is in de meicirculaire 2022 volledig gegeven. Voor de jaren 2024 en volgende geldt nog steeds dat gemeenten een stelpost mogen opnemen. Voor ons wordt een stelpost opnemen in de meerjarenbegroting 2024 tot en met 2026 niet nodig geacht.

Overschot begroting Sociaal Domein 2023
Met de toevoeging van de extra jeugdmiddelen hebben we een overschot van € 909.000 in de begroting sociaal domein 2023. De inzet van de extra jeugdmiddelen wordt, net als voor 2022, gebruikt voor de volgende doelen:

  • Extra budget beschikbaar hebben voor zorgaanbieders om de wachtlijsten weg te werken. We ramen daarvoor € 500.000;
  • Extra budget voor team Toegang. Voortvloeiend uit de opdracht die het rijk verstrekt met de extra middelen jeugd zien wij noodzaak om tenminste de volgende werkzaamheden uit te breiden bij het team Toegang: schoolmaatschappelijk werk, praktijkondersteuning jeugd, consulent jeugd. Daarvoor ramen wij € 300.000.

De begroting sociaal domein sluit daarmee met een voordelig saldo van € 909.000. Deze voegen we, zoals afgesproken met uw raad, toe aan de reserve sociaal domein.

Deze pagina is gebouwd op 10/20/2022 15:39:23 met de export van 10/20/2022 15:21:21