Deze paragraaf gaat over de lokale belastingen en heffingen. Aan de orde komen de ontwikkelingen ten aanzien van de lokale heffingen, de geraamde inkomsten, de kostendekkendheid van de tarieven, het kwijtscheldingsbeleid dat we hanteren en de lastendruk voor de burger. Lokale heffingen worden opgebracht door inwoners van - en bezoekers aan - onze gemeente, bedrijven en instellingen.
Lokale heffingen betreffen zowel de publiek- als de privaatrechtelijke heffingen. Lokale heffingen voorzien in een belangrijk deel van de inkomsten van de gemeente. De publiekrechtelijke heffingen worden onderscheiden naar belastingen en rechten:
- belastingen: de opbrengsten van belastingen komen toe aan de algemene middelen en kunnen vrij worden besteed. Dit zijn onder meer de onroerendezaakbelasting (OZB), de toeristenbelasting en de forensenbelasting. Het criterium van de kostendekkendheid is hier niet aan de orde;
- rechten: een recht is een vergoeding voor een concrete, door de gemeente te leveren prestatie. De opbrengst van de rechten is niet vrij besteedbaar: de opbrengsten moeten aangewend worden voor de daaraan gerelateerde prestaties. Voorbeelden zijn de afvalstoffenheffing, rioolheffing en de leges burgerzaken. Hier geldt een wettelijke norm van maximaal 100% kostendekkendheid.
De privaatrechtelijke heffingen hebben betrekking op tarieven voor economische activiteiten die verricht worden in het algemeen belang.
Verderop in deze paragraaf zal de gemeentelijke lastendruk, het heffingenbeleid dat we voeren en de vergelijking van de door ons gehanteerde tarieven met andere Drentse gemeenten, inzichtelijk worden gemaakt. Dit doen we zoveel als mogelijk aan de hand van openbare bronnen als de website van het Coelo (Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden) en bijvoorbeeld het CBS.