Hieronder volgt een toelichting op de technische verschillen tussen de gepresenteerde meerjarensaldi uit de begroting 2023 en de Perspectiefschets 2023. De opgenomen verschillen geven een beeld van de effecten uit de kadernota 2023 en zijn daarnaast gevolgtrekkingen van het zo goed mogelijk reëel ramen van verwachte uitgaven en inkomsten vanaf 2023. Geconstateerde effecten worden los van elkaar gepresenteerd, maar moeten ook in samenhang met elkaar gezien worden. Het effect van de prijscompensatie uit de kadernota 2023 geldt bijvoorbeeld voor alle prijsgevoelige uitgaven in de begroting. Deze worden elders in de begroting voor enkele taakvelden weer verevend, doordat er een hek omheen staat (sociaal domein) of doordat er tarieven tegenover staan (afvalverwerking en riolering).
Salarislasten
De afwijking op de salarislasten is voornamelijk een gevolg van de CAO 2021 en indexering van 2% van de personeelsstaat 2023 ten opzichte van de indexering 1,5% bij de meerjarenbegroting 2022. Daarnaast geeft de uitbreiding van de formatie met een privacy en security officer een structureel effect op de begrotingsruimte. Tot slot voegen we meerjarig een raming toe, ten gunste van de personeelsbegroting, voor de detacheringsvergoedingen vanuit de samenwerking Noord- en Midden-Drenthe (NMD). De effecten zijn samengevat in onderstaande tabel:
bedragen x € 1.000 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 |
---|---|---|---|---|
Personeelsstaat 2023 (incl. CAO) | -780 | -798 | -895 | -1.015 |
Privacy en security officer | -85 | -87 | -88 | -90 |
Detacheringsvergoeding samenwerking NMD | 390 | 397 | 406 | 414 |
Totaal | -475 | -488 | -577 | -691 |
De structurele effecten van de knelpuntenanalyse 2022 zijn al verwerkt in het saldo van de Perspectiefschets 2023 en komen daarom niet opnieuw terug in deze verschillenanalyse.
Prijscompensatie kadernota 2023
In de meerjarenbegroting 2022 werd uitgegaan van een jaarlijkse inflatiecorrectie van 2,0%. In de kadernota 2023 is de verwachte correctie bijgesteld naar 4,0% voor 2023. Voor 2024 op 3% en daarna voor de jaren 2025 en 2026 op 3%.
Uitbesteden werkzaamheden Wet WOZ en gemeentelijke belastingen
Het uitbesteden van de werkzaamheden levert enerzijds een voordeel op voor de salarislasten. Dit effect is in deze verschillenanalyse al verdisconteerd in de ontwikkeling bij 'Salarislasten'. Anderzijds zijn op basis van een nog vast te stellen dienstverleningsovereenkomst met het Noordelijk Belastingkantoor de budgetten opnieuw bepaald. Dit effect is opgenomen als nadeel in dit gedeelte van deze verschillenanalyse. Per saldo wordt, op basis van het prijspeil in 2022, een kostenstijging van € 10.000 verwacht.
Gas en elektra - aanvullend op effect kadernota 2023
Vanwege de extreme prijsstijgingen van zowel gas als elektriciteit zijn er – aanvullend op de effecten uit de kadernota – hogere bedragen begroot voor 2023 en verder. Door het krappe aanbod heeft met name het leveringsdeel van de gasprijs een forse prijsstijging ondergaan. Elektraprijzen liften mee met de gasprijzen en ook die zijn daardoor gestegen.
Het contract gasinkoop is (net als elektra) gegund aan de De Vrije Energie Producent (DVEP) en loopt van oktober 2020 tot en met 31 december 2024. Voor gas is voor het grootste deel van het volume een vast tarief vastgelegd. Slechts een klein percentage heeft een variabel tarief. Hierdoor zijn de prijsstijgingen voor gas tot eind 2024 minimaal. Voor elektra is voor een kleiner percentage van het volume het tarief vastgelegd, waardoor hier een grotere prijsstijging wordt verwacht.
Brandstof tractie - aanvullend op effect kadernota 2023
De brandstoftarieven zijn in 2022 explosief gestegen. Ten opzichte van 2020 is de prijs van diesel bij het opstellen van de begroting met 60% gestegen. Ook de alternatieve brandstoffen (zoals HVO (diesel), groene waterstof en elektriciteit) zijn fors duurder geworden. De verwachting is dat de brandstofprijzen ook in 2023 op het niveau van 2022 zullen blijven. De begroting van brandstofkosten dient als gevolg hiervan ook fors verhoogd te worden.
Treasury
Het nadeel op het onderdeel Treasury wordt voornamelijk veroorzaakt door de verwachte stijging van de rentelasten van toekomstige aan te trekken langlopende geldleningen.
Sociaal domein
Voor het sociaal domein geldt in de verschillenanalyse een nadeel in 2023 ten opzichte van de raming in de Perspectiefschets voor hetzelfde jaar, vanwege de dotatie aan de reserve sociaal domein van € 909.000. Inclusief deze dotatie aan de reserve zijn de begrote uitgaven en inkomsten in 2023 in evenwicht. In meerjarenperspectief is in deze verschillenanalyse een voordeel te zien, maar hierbij moet worden aangetekend dat dit voordeel naar voren komt nadat de salarislasten en prijscompensatie voor de gehele begroting, ook voor het sociaal domein, waren verwerkt. Voor de begroting sociaal domein geldt voor 2024 een tekort van € 113.000, voor 2025 een overschot van € 441.000 en voor 2026 een tekort van € 289.000. In meerjarenperspectief is het niet toegestaan de reserve in te zetten om de uitgaven en inkomsten gelijk te trekken.
Investeringen
De jaarlijkse kapitaallasten zijn, op basis van de al vastgestelde investeringsbudgetten en de in de meerjarenbegroting 2022 vanaf 2023 aangekondigde investeringen, in de begroting geactualiseerd. Daarnaast zijn enkele kapitaallasten als gevolg van investeringen in onderwijsgebouwen, vanwege een aangepaste IHP-planning, verlaagd of een jaar opgeschoven. Een voorbeeld hiervan is de start van de nieuwbouw van de Parel, gepland vanaf 2024.
Belastingen
Gelijk aan de kadernota 2023 is zijn de raming van de opbrengst van de onroerendezaakbelastingen verhoogd van 2% naar 4%. Voor 2023 betekent dit een stijging van € 129.000. De opbrengst van de forensenbelasting is verhoogd met 4%. In de meerjarenbegroting 2022 geldt geen jaarlijkse stijging van 2%. De opbrengst van de toeristenbelasting is ten opzichte van 2022 op hetzelfde bedrag gehandhaafd.
Grondexploitaties
De verschillen in de verwachte uitgaven en inkomsten bij de grondexploitaties, inclusief uren van het personeel en het doorbelasten van de rente, wordt geneutraliseerd in de begroting door het opnemen van een raming van een verlaging of een verhoging van de toekomstige boekwaarde van een grondexploitatie. Per saldo leidt dit voor alle jaren tot een voordeel.
Afvalverwerking en riolering
De inkomsten en uitgaven voor afvalverwerking en riolering zijn voor alle jaren in de begroting in evenwicht. Net als bij het sociaal domein komen in deze verschillenanalyse, na het verwerken van de prijscompensatie en uren van het personeel, enkele voordelen naar voren. Echter dit heeft geen invloed op het uiteindelijke evenwicht binnen beide onderdelen.
Herstel raming kosten Invoering van de wet private kwaliteitsborging
Vanaf 2023 vervalt de in de meerjarenbegroting 2022 opgenomen aanvullende raming bij de invoering van de wet private kwaliteitsborging. Ten onrechte waren er hogere kosten voor sterkteberekeningen geraamd, terwijl de wetsinvoering primair leidt tot lagere legesinkomsten. De legesinkomsten zijn al reëel geraamd, waardoor een aanvullende budgetverhoging een dubbel effect zou betekenen. De kostenraming is daarom hersteld, met een voordeel voor de begrotingsruimte tot gevolg.
Verwachte raadsvoorstellen 2022
In het startsaldo van de Perspectiefschets was rekening gehouden met een verwacht raadsbesluit voor 'Huisvesting gemeentehuis' (jaarlijks € 33.000). Bij het opmaken van de begroting 2023 heeft het nog niet geleid tot aanpassing van de begroting.
Overige kleine verschillen (bij elkaar opgeteld)
Enkele nadelige verschillen die leiden tot het saldo 'overige kleine verschillen' zijn:
- verhoging van het budget voor 'onvoorzien' van € 1.000 naar € 32.000. Vanaf de begroting 2023 ramen wij hiervoor € 1 per inwoner Dit geldt voor alle jaren;
- de begrote huurinkomsten van de Health Hub zijn vanaf 2024 gelijkgetrokken met de begrote kapitaallasten van het door de provincie aangekochte pand;
- Voor het laatste - ter informatie opgenomen- jaar 2026 is de raming uit het gemeentefonds, zoals deze op de achtergrond meeliep in de meerjarenbegroting 2022 tot en met 2025, hersteld. Dit heeft geleid tot een 'nadeel' ten opzichte van het ook ter informatie gepresenteerde saldo in de Perspectiefschets 2023 voor het laatste jaar 2026;
- bij elke nieuwe begroting vindt verbetering plaats in de doorrekeningen in meerjarenperspectief, met als doel om zo goed mogelijk reëel te begroten. Deze aanpassingen hebben een cumulatief effect.