Paragrafen

2. Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Op 22 september 2020 is het eindrapport van de werkgroep versterking eigen vermogen vastgesteld. In het eindrapport van deze werkgroep zijn voorstellen gedaan over de minimale omvang van het eigen vermogen en in het bijzonder de algemene reserve en om het eigen vermogen verder te versterken. Hieronder zijn een aantal uitgangspunten geformuleerd om het eigen vermogen te versterken.

We verbeteren onze solvabiliteit.
Toelichting
De mate waarin we in staat zijn om aan onze verplichtingen te voldoen is gestegen van 19% in 2020 (bron: jaarrekening) naar 23% in 2021 (bron: jaarrekening), na een afname van de solvabiliteit daarvoor. Bij de begroting 2021 hielden we nog rekening met een solvabiliteitsratio van 22%. Dit kengetal geeft de verhouding aan tussen ons eigen en vreemde vermogen. Voor elke € 100 schuld hebben we nu nog € 23 eigen vermogen, waar dat in 2020 nog € 19 was. Onze solvabiliteitsratio is dus toegenomen. De signaalwaarde is hierdoor versprongen van rood naar oranje (>50% is groen; tussen 50% en 20% oranje en <20% is rood), er moet actie worden ondernomen om dit om te buigen. Het is van belang om deze stijging verder in te zetten.

Ons streefcijfer van de solvabiliteit is minimaal 25%. Dit betekent een benodigd eigen vermogen van € 25,5 miljoen (bij een gelijkblijvende schuldenomvang). Met de afgesproken structurele dotatie van € 275.000 aan de algemene reserve zetten we deze benodigde stappen.

De verhoging van onze solvabiliteitsratio naar minimaal 25% willen we bereiken door:

  • een herziening van onze bestemmingsreserves. De werkgroep heeft u hiervoor in de zomer van 2020 voorstellen gedaan. Elke uitgave ten laste van een bestemmingsreserve verlaagt ons eigen vermogen;
  • nieuw beleid alleen te bekostigen vanuit de reguliere begrotingsruimte, niet vanuit onze reservepositie;
  • jaarlijks beschikbare begrotingsruimte toe te voegen aan het eigen vermogen.

De eenmalige ruimte wordt ingezet voor het versterken van het vermogen.
Toelichting
Eenmalige ruimte ontstaat doordat de kapitaallasten van een investering gedurende het eerste jaar voor 50% wordt doorberekend in de exploitatie. Over de resterende 50% kan eenmalig beschikt worden. Besloten is om een deel van dit bedrag specifiek te bestemmen voor een nader (eenmalig) doel. Dit kan onder meer zijn het versterken van het eigen vermogen.

Incidentele budgetten:

  • Incidentele budgetten die in het betreffende begrotingsjaar niet zijn ingezet, vallen bij het jaarverslag vrij in het jaarrekeningresultaat;
  • Indien het college van mening is dat het budget toch beschikbaar dient te blijven, dient dit in het jaarverslag te worden gemeld, waarna besluitvorming in de raad plaats kan vinden.

Toelichting
Om jaarlijks een integrale afweging te kunnen maken tussen de beschikbare financiële middelen en de bestuurlijke ambities, is het van belang dat het financiële kader en de planning wordt bewaakt. Dit betreft niet alleen beleid met een structureel karakter, maar ook tijdelijke projecten met een incidenteel karakter. Omdat alle lasten en baten in de meerjarenbegroting worden opgenomen, dient bij een gewijzigde planning en/of financiële uitgangspunten te worden gerapporteerd en de begroting hier al dan niet op aangepast te worden. Voor beleid met een incidenteel karakter, waarvoor incidentele middelen beschikbaar zijn gesteld, worden eventuele voordelen of nadelen gerapporteerd in het jaarverslag. De middelen vallen vrij in het begrotingsresultaat. Onder een incidenteel karakter verstaan wij beleid dat zich gedurende maximaal het in een begroting gepresenteerde meerjarenperspectief voordoet. Het betreft hier nadrukkelijk eenmalige zaken. Deze beleidslijn draagt er aan bij dat u als raad vanuit uw kaderstellende rol een nieuwe afweging kan maken.

Wij continueren de structurele toevoegingen aan de algemene reserve:

  • Wij berekenen jaarlijks bij de programmabegroting in welke mate de structurele toevoegingen effect hebben op de solvabiliteit;
  • Afhankelijk van de omvang van onze solvabiliteitsratio doen wij voorstellen voor de inzet van de structurele toevoegingen.

Toelichting
Vanaf de begroting 2021 is besloten om structureel een bedrag toe te voegen aan de algemene reserve. Wij stellen voor deze structurele toevoegingen te continueren en hiermee de vermogenspositie verder te versterken. Jaarlijks zullen wij bij de samenstelling van de Programmabegroting toetsen of de solvabiliteit binnen de gewenste bandbreedte van ons bovenstaande uitgangspunt beweegt. Daarbij betrekken wij de structurele toevoegingen aan de algemene reserve. Binnen het totaal van de begroting dienen de betreffende toevoegingen passend te zijn. Indien de solvabiliteit binnen de bandbreedte beweegt, is er ruimte voor nieuw beleid. Hierbij dienen de uitgangspunten rondom nieuw beleid in ogenschouw te worden genomen.

Er komt een relatie tussen het ambitieniveau en de belastingdruk.
Toelichting
De verhouding tussen het ambitieniveau en de belastingdruk is uit balans. Hierdoor is de begroting amper sluitend te maken en daalt onze algemene reserve. Deze situatie is niet langer vol te houden. Dit betekent dat het ambitieniveau moet worden bijgesteld of de belastingen worden verhoogd.

Deze pagina is gebouwd op 10/20/2022 15:39:23 met de export van 10/20/2022 15:21:21